
Jaarlijks lijden rond de 200.000 mensen in Nederland aan een eetstoornis. Een eetstoornis kan ernstige lichamelijke, psychische en sociale problemen tot gevolg hebben en een impact op werk, studie, gezin en sociaal leven. Per 10 jaar sterft 7% van de mensen met een eetstoornis aan ondervoeding of zelfdoding. Dat is het hoogste sterftecijfer van alle psychische aandoeningen. Eetstoornissen zijn de meest dodelijke.
De Rotterdamse vrijwilligersorganisatie Stichting JIJ geeft ondersteuning aan mensen met een eetstoornis. De organisatie traint vrijwilligers met ervaringsdeskundigheid en biedt begeleiding in de voor- en na trajecten van de zorgketen. Hiermee ontlast Stichting JIJ het zorgstelsel en biedt het een waardevolle aanvulling op reguliere hulpverlening.
De vrijwilligersorganisatie is afhankelijk van financiering, maar het verkrijgen van financiering wordt steeds lastiger. Subsidieverstrekkers stellen strenge eisen aan de verantwoording van subsidie en willen concrete cijfers over de effectiviteit van de aangeboden hulp zien. Maar hoe bewijs je de waarde van iets wat onbetaalbaar is? Hoe toon je aan dat iets écht werkt als de effecten pas jaren later zichtbaar worden? Dat was precies de vraag waar Renée zich in vastbeet toen ze besloot het ROI-certificeringsprogramma te volgen.
Tijdens haar onderzoek ontdekte Renée dat de grootste kosten van eetstoornissen geen zorgkosten zijn, maar het verlies van arbeidsproductiviteit en belastinginkomsten betreffen. Dat inzicht zet de onderbouwing van subsidieaanvragen ineens in een heel ander daglicht. We spreken haar over haar ROI-studie en haar ervaring met het programma.
“Mijn achtergrond ligt in leiderschapsontwikkeling. Ik begeleidde destijds leidinggevenden en ontwikkelde leiderschapsprogramma’s. Ik wilde leren hoe je de impact van persoonlijke ontwikkelingsprogramma’s meet. Voor een cursus Engels is dat eenvoudig: je doet een toets en kunt de progressie zien. Maar bij persoonlijke ontwikkelingsprogramma’s zie je pas jaren later effect. Aanvankelijk wilde ik voor de ROI-studie een groot leiderschapsprogramma analyseren, maar toen ik besloot om later dat jaar mijn baan bij het Ministerie van BZK op te zeggen, viel dat plan weg.
Uiteindelijk heb ik gekozen voor een ROI-studie voor Stichting JIJ. Mijn persoonlijke motivatie kwam voort uit mijn betrokkenheid bij Stichting JIJ. Het kost Stichting JIJ veel tijd om gekregen subsidie van de gemeente te verantwoorden. Daarnaast krijgt de stichting steeds minder subsidie. Mede vanwege bezuinigingen en de steeds strengere eisen die de gemeente aan subsidieverstrekking stelt. Ik wilde Stichting JIJ helpen het rendement van hun interventies aan te tonen.”
“Ik heb zelf een eetstoornis gehad, die ik zonder Stichting JIJ niet de baas was geworden. Met name de ondersteuning die ik van 1 van de oprichtsters van Stichting JIJ in mijn herstelproces heb gekregen, is van onschatbare waarde geweest. Ik wilde daarom iets terugdoen. De ROI-studie bood een kans om aan te tonen welk rendement het werk van Stichting JIJ oplevert. Dat zou Stichting JIJ helpen bij subsidieaanvragen en beleidsmakers laten zien hoe waardevol haar diensten zijn.”
“Het was pittiger dan verwacht. Niet alleen door de cijfermatige analyses, maar ook emotioneel. Het onderzoek dat ik deed voor de ROI-studie confronteerde me steeds weer met de periode waarin ik de eetstoornis had, soms op het surrealistische af. Zo verdiepte ik me in de kosten van sondevoeding en ontdekte dat je verschillende smaken sondevoeding hebt. Die voeding gaat rechtstreeks naar je darm of maag. Ik verwonderde me over wat dan het nut van die smaken was, maar besefte tegelijkertijd hoe ik door het oog van de naald ben gekropen, omdat ook ik in het verleden net zo goed in zo’n sondevoedingsscenario terecht had kunnen komen. Ik werd op dat moment letterlijk misselijk van mijn onderzoek. Dat maakte het proces soms loodzwaar.”
“Het was lastig om cijfers te vinden, vooral bij de zorgkosten. Klinieken waren niet bereidwillig inzicht te geven in de echte kosten van een verblijf in een kliniek en verwezen enkel naar de eigen bijdrage van de cliënt, die slechts een fractie is van de werkelijke kosten van een verblijf. Verzekeraars houden geen lange-termijncijfers bij over zorgkosten bij een eetstoornis, zij rekenen slechts per jaar. Ik moest dus gaan werken met scenario’s: wat als iemand op tijd hulp krijgt, in een kliniek belandt of na een terugval zelfs in het ziekenhuis terechtkomt? En zelf gaan bedenken wat voor extra lichamelijk nevenschade een eetstoornis kan geven, zoals osteoporose en gebitsproblemen. Hierbij hielp een gesprek met een universitair docent die gespecialiseerd is in eetstoornissen. Vervolgens moest ik dan ook de kosten van die nevenschade gaan uitrekenen.”
“Uiteindelijk vond ik een uitgebreid Amerikaans Deloitte-onderzoek over de kosten van eetstoornissen. Dat gaf veel inzicht welke soorten kosten allemaal aan een eetstoornis gerelateerd kunnen worden. De meeste van die kosten kon ik vertalen naar de Nederlandse situatie. Toen kon ik meters gaan maken.”
“Dat een eetstoornis niet alleen zorgkosten betreft, maar ook kosten door het verlies aan arbeidsproductiviteit en belastinginkomsten en dat deze kosten een veel grotere economische impact hebben. Namelijk alleen al voor de Nederlandse samenleving € 8,5 miljard per jaar. Ook besefte ik hoe cruciaal preventie is. Als je eetstoornissen economisch benadert, krijgt preventie misschien meer aandacht.”
“Ik begrijp waarom dat nodig is, want dat is de marktwerking en het korte termijn denken dat de overheid veelal toepast. Bovendien kijken we in de samenleving naar sociale initiatieven als directe kostenposten in plaats van naar wat ze de samenleving indirect opleveren. Als er bezuinigd wordt, gaan dit soort initiatieven als eerste op de schop. Ik zie het ook als een kans. Als je de economische schade van eetstoornissen inzichtelijk maakt, kun je aantonen hoeveel Stichting JIJ bespaart door mensen tijdig te helpen. Dat gaf me energie. Tegelijkertijd vond ik het frustrerend: bedrijven als KLM en Tata Steel krijgen miljarden van de overheid, maar een stichting die levens redt moet vechten voor een financiering van bijv. €20.000,-.”
“Vooral dat ik dit kan. Ik houd van taal en ben van huis uit jurist, cijfermatig denken ligt me niet, ik ben daar ook niet goed in. Maar voor mijn ROI-studie heb ik onbewust een economisch onderzoek gedaan. Dat realiseerde ik me pas, toen mijn partner, die zeer goed thuis is in financiën me daarop attendeerde. Ineens besefte ik: als het moet, kan ik dat dus wel. Ik kijk daardoor nu anders tegen economische stukken aan, ook op werk.
Daarnaast voelde het vaak alsof ik niet echt een eetstoornis had, omdat ik niet de uiterlijke kenmerken van een eetstoornis had. Alsof ik een imposter was. Maar door mijn onderzoek besefte ik weer eens hoe ernstig die periode in mijn leven is geweest en hoeveel geluk ik heb gehad door een mix van factoren zodat ik deze periode in mijn leven positief heb kunnen afsluiten”
“Ik wist niet eens dat ik genomineerd was! Het voelde als erkenning, niet alleen voor mijn werk, maar ook voor mijn persoonlijke reis. Ik merk dat het beeld dat mensen bij een eetstoornis hebben dat van een graatmager jong meisje is, terwijl eetstoornissen er zichtbaar en onzichtbaar in allerlei varianten zijn en die iedereen in elke leeftijdsfase kunnen treffen. Misschien moet ik juist opener mijn persoonlijke verhaal delen, zodat mensen, bedrijven en overheden een beter begrip van eetstoornissen kunnen krijgen en het belang van de financiering van preventie in gaan zien.”
Renées onderzoek laat zien dat impact meten niet alleen om cijfers gaat, maar om het verhaal wat de cijfers vertellen. Wil je meer weten over hoe je impact zichtbaar kunt maken? Neem dan contact met ons op https://roiinstitute-europe.com/contact/
Colofon: ROI-studie
Stichting JIJ biedt ervaringsdeskundige begeleiding aan mensen met een eetstoornis en hun naasten. Jaarlijks kosten eetstoornissen Nederland bijna €8,5 miljard, niet alleen aan zorgkosten, maar ook door productiviteitsverlies en studievertraging.
Kernresultaten uit de ROI-studie:
De ROI-studie onderzocht of investeren in Stichting JIJ loont voor de maatschappij. De uitkomsten zijn overtuigend: elke euro subsidie levert een rendement op van €10,22. Zelfs als Stichting JIJ deels met vaste medewerkers zou werken, blijft de ROI €3,25 per euro subsidie.
Belangrijkste inzichten:
De impact reikt verder dan financiën. Stichting JIJ helpt cliënten sneller hun eetstoornis te overwinnen, wat medische complicaties en sociaal isolement voorkomt. Dit draagt niet alleen bij aan een gezondere samenleving, maar verlaagt ook de druk op het zorgsysteem en uitkeringen.
Conclusie: investeren in Stichting JIJ loont – voor cliënten, voor de overheid en voor werkgevers.
Alle rechten voorbehouden | Met ♡ gemaakt door Webaware Websites